Klooker

Concrete hulp bij verduurzamen. Samen maken we duurzaam consumeren het nieuwe normaal!

Home » Algemeen » Page 4

Duurzaam ondergoed en lingerie

Geschreven in November 2020


Klooker zorgt dat jij lekker kunt leven, genieten èn tegelijkertijd bewust kunt kiezen. Alles is écht verantwoord, van topkwaliteit en betaalbaar.

Dat de impact van de kledingindustrie op het milieu enorm is, dat weten we ondertussen wel. Zo schreven we al eerder over duurzame schoenen, spijkerbroeken, shirts en jassen. Maar heb je ooit stilgestaan bij wat je onder al die kleding draagt? Precies! Ondergoed. 

Waar het aanbod in duurzaam ondergoed in eerste instantie misschien klein was, is duurzaam ondergoed tegenwoordig ver van de geitenwollen slip tot aan je oksels. (wel lekker warm!) Duurzaam ondergoed is er nu volop, in allerlei kleuren en maten. Voor zowel mannen als vrouwen. Je moet er vaak iets meer voor neertellen dan je basic h&m t- shirt/bh, maar hier krijg je bij de volgende merken een mooi, duurzaam, en soms ook op maat gemaakt product voor terug. We hebben al eerder wat mooie basic merken aan jullie voorgesteld, maar er zijn weer een boel nieuwe leuke merken op de markt. Daarnaast zijn er ook een aantal duurzame merken die prachtige lingerie maken. 

Nederlandse merken 

Savara Intimates 

De ontwerpen van Savara Intimates zijn gemaakt om er prachtig uit te zien, en om overconsumptie voorkomen. Dit realiseren ze met maatschappelijk verantwoorde productie, duurzaamheid in het hart van het bedrijf en transparante communicatie. 

Duurzame lingerie van Savara Intimates

De mooie lingerie wordt gemaakt van TENCEL textiel gemaakt van houtpulp, en kant als stofoverschot. Kant blijft vaak over bij andere fabrieken omdat ze in grote hoeveelheden moeten kopen en niet alles opmaken, of er worden verkeerde berekeningen gemaakt. Naar schatting gaat 40% van de wereldproductie van textiel verloren voordat er kleding van gemaakt wordt. Daar doet Savara Intimates wat aan! Alleen de voorgevormde cups zijn gemaakt van synthetische materialen en daarom niet zo duurzaam. Daarom krijg je niet standaard cups bij je bralette, maar kun je die los bestellen mocht je die toch erbij willen. 

De lingerie van Savara Intimates wordt onder goede werkomstandigheden gemaakt in Nederland en Letland. De productie in Nederland draait op zonne-energie gecombineerd met groene energie. Daarnaast wordt er een donatie gedaan aan One Tree Planted voor elk verkocht item, zodat zij bomen kunnen planten. Voor een mooie luxe bralette van Savara Intimates betaal je tussen de 55 en 75 euro.

Ga naar Savara Intimates

Urban Poetry 

Urban Poetry intimates is een organic lingerie merk uit Amsterdam. Ieder item wordt gemaakt in een atelier in Nederland.  Net als bij meer merken in dit lijstje worden de producten gemaakt van Tencel. Het elastiek wordt gemaakt van natuurlijk rubber en biologisch katoen. Het atelier wordt gerund door een geheel vrouwelijk team waar ook enkel vrouwen werkzaam zijn. Ze worden betaald met een eerlijk loon volgens de CAO-richtlijnen.

Door middel van het REPURPOSE programma kunnen klanten hun preloved producten terug geven. Afhankelijk van de staat en behoefte van het product, geeft Urban Poetry het product weer een nieuwe purpose. Denk aan het repareren van een gebroken onderdeel, het hergebruiken van de sluitingen of het recyclen van de stof. Voor een bralette van het merk betaal je zo’n 50 euro.

Ga naar Urban Poetry

Ari van Twillert 

ari van twillert

Ari van Twillert is een bijzonder merk in dit rijtje. De lingerie van dit merk wordt namelijk op maat gemaakt aan de hand van een HD 3D scan van je lichaam. Hier wordt dan met behulp van een 3D printer een perfect passende BH van gemaakt. Daarnaast kun je via de webshop ook niet op maat gemaakte bralettes, bodysuits en slips bestellen. De lingerie van Ari van Twillert is gemaakt van duurzame materialen. Daarnaast vertellen de ontwerpen verhalen over duurzaamheid. de nieuwste collectie, die vanaf februari verkrijgbaar is beeld de muziek van zangeres ANNA uit, die zingt over thema’s als fast fashion en klimaatverandering. Hiermee is ontwerpster Lidewij van Twillert genomineerd voor de Fashion Makes Sense Award. Haar vorige collectie, de Water Drift collectie, visualiseerd data over het stijgende waterniveau in Nederland op lingerie. Voor een bralette van de Water Drift collectie betaal je zo’n 160 euro, maar dan heb je wel een echt slow fashion design item in handen. Deze collectie is op dit moment met een fikse korting, zolang deze op pre-order besteld.

Ga naar Ari van Twillert

Merken uit buurlanden 

Lara Intimates 

De lingerie van het engelse merk Lara Intimates wordt gemaakt in hun eigen kleinschalige fabriek in de buurt van Londen. In de fabriek werken uitsluitend vrouwen, voor een eerlijk loon en in goede werkomstandigheden. Bij Lara Intimates vinden ze dat elke vrouw een perfect passende, duurzame BH verdient. Daarom hebben ze naar eigen zeggen de wijdste range in maten van alle duurzame ondergoed merken, van cup A tot GG.

lara intimates duurzame lingerie

De items zijn duurzaam omdat ze gemaakt zijn van deadstock materiaal, stoffen die over zijn gebleven in fabrieken en anders eigenlijk in een landfill terecht zouden raken. Alle andere onderdelen, zoals elastiek, labels en het verpakkingsmateriaal worden lokaal gemaakt door duurzame leveranciers. Ze proberen bij Lara Intimates zo efficiënt mogelijk te werken, en het geld dat ze hiermee besparen, berekenen ze door in de prijs. Voor een BH betaal je zo’n 50 euro. Je kunt online een afspraak maken voor een virtuele passessie, zodat je zeker weet dat je BH perfect zit.

Ga naar Lara Intimates

Organic Basics 

Organic Basics

De naam van het Deense merk Organic Basics zegt eigenlijk al genoeg. Het merk maakt mooie basics voor mannen en vrouwen; shirts, sokken, hemdjes en ondergoed, van biologische materialen. Duurzaamheid staat centraal, daarom werken ze alleen met duurzame materialen, en werken ze alleen  samen met fabrieken in Europa, waar men bewust bezig is met de milieu impact van hun productie. Een deel van de collectie is van GOTS gecertificeerd katoen. Daarnaast gebruiken ze Tencel, gemaakt van eucalyptusbomen, en gerecyclede materialen zoals cashmere, wol en nylon.  Voor een bralette van Organic Basics betaal je zo’n 40 euro. Ook handig, de producten van Organic basics zijn ook te krijgen bij de Bijenkorf! 

Ga naar Organic Basics

Do you green

Het is even een zoektocht op de Franse of Engelstalige website, maar het Franse merk Do You Green hoort zeker in dit lijstje thuis. Dit merk maakt betaalbare lingerie en ondergoed, gemaakt van, ja je hoort het goed, dennenhout! De hele collectie van het merk is gemaakt van dit 100% natuurlijke materiaal, en er worden geen schadelijke stoffen gebruikt in het productieproces. Alle grondstoffen komen uit Frankrijk, en de producten worden daar ook lokaal gemaakt.  Voor een bh van Do You Green betaal je 20-30 euro. In tegenstelling tot veel duurzame merken hebben ze niet alleen bralettes, maar ook beugel bh’s, push up bh’s en een bh met extra ondersteuning voor grotere maten. 

Ga naar Do You Green

Anekdot 

Ook het Duite merk Anekdot kan hier niet ontbreken. Bij Anekdot doen ze aan Upcycling. Dat betekend zeker niet dat je in iemand z’n oude ondergoed rondloopt. Ze gebruiken materiaal dat overblijft, bijvoorbeeld door een productiefoutje, een fabriek die sluit, of een ander foutje. Daarnaast gebruiken ze materialen van gerecycled nylon. Alle producten van Anekdot worden onder goede werkomstandigheden gemaakt in Berlijn, of in het buurland Polen. Bij Anekdot maken ze prachtige lingerie, hier kun je terecht voor mooie luxe setjes, die ook duurzaam zijn. Voor een bralette betaal je tussen de 69 en 79 euro. 

Ga naar Anekdot

Underprotection 

Nog een Deens merk dat echt niet kon ontbreken is Underprotection. Voor een effen basic bh is dit misschien niet het goede adres. Maar wel voor prachtige lingerie met allerlei printjes, kantjes en andere leuke details. De lingerie van Underprotection is gemaakt van een boel verschillende duurzame materialen. Bijvoorbeeld gerecycled polyester en wol. Ook gebruiken ze Tencel lyocell (van eucalyptus) en biologisch katoen. Er wordt alleen samengewerkt met gecertificeerde fabrieken, met goede werkomstandigheden. Voor een mooie bralette betaal je tussen de 40 en 70 euro.

Ga naar Underprotection

Speciaal voor mannen 

Bambigo 

Ook voor mannen zijn er een aantal merken die mooi ondergoed maken, maar dan een stuk duurzamer. Bambigo is daar één van. Bij Bambigo maken ze ondergoed, T-shirts en sokken van bamboe. De producten zijn handgemaakt van bamboe viscose. Deze viscose is een mix van bamboe met een beetje katoen, polyamide en/ of elastaan. Zo ontstaat er een super zachte, elastische stof. Bamboe groeit op een natuurlijke wijze en heeft geen kunstmatige bewatering nodig. Bamboe kan zelfs tot bijna één meter per dag groeien. De bamboe komt wel uit China, en de fabriek van Bambigo vervolgens in Turkije, niet echt lokaal dus, maar dit legt niet meer afstand af dan je standaard katoenen onderbroek. En het materiaal van de Bambigo onderbroeken is in ieder geval wel een vooruitgang. Voor een 2-pack boxershorts betaal je zo’n 25 euro. 

Ga naar Bambigo

Er zijn nog meer merken die boxers maken van bamboeviscose. Bijvoorbeeld die van Thought. 

Undiemeister 

De onderbroeken van Undiemeister worden gemaakt van de gepatenteerde stof ‘Mellowood’ die speciaal voor Undiemeister ontwikkeld is. Deze stof is een combinatie van Tencel modal en biologisch katoen. Tencel modal wordt gemaakt van duurzaam verbouwd beukenhout. Er ontstaat een stof die makkelijk verfbaar is, dat scheelt chemicaliën bij het verven. Daarnaast is de stof volgens Undiemeister ontzettend zacht, ventilerend, hypoallergeen en vochtopnemend. De grondstoffen voor de nieuwe stof komen uit Europa. Hier vindt ook het productieproces van de Undiemeister boxers plaats. De boxers zijn er in 5 neutrale kleuren.  Klinkt allemaal super! Daar betaal je ook wel voor. Voor een boxer betaal je zo’n 25 euro.

Ga naar Undiemeister

Het is dus wel duidelijk, duurzame kleding hoeft niet te stoppen bij de bovenkleding. Er zijn genoeg leuke merken voor duurzaam ondergoed en duurzame lingerie. Natuurlijk hoef je niet gelijk je hele ondergoedla een metamorfose te geven. Kijk volgende keer dat je nieuw ondergoed of een nieuw lingeriesetje koopt gewoon ook eens bij de merken hierboven! En misschien zitten hier wel leuke tips bij voor onder de kerstboom?

Een duurzame 5 december

Geschreven in november 2020


Klooker zorgt dat jij lekker kunt leven, genieten èn tegelijkertijd bewust kunt kiezen. Alles is écht verantwoord, van topkwaliteit en betaalbaar.

Het is weer bijna zover; 5 december. Van oorsprong was dit een dag waarop de rijken de sterfdag van de heilige Sint-Nicolaas vierden door wat te geven aan arme kinderen, eten of schoenen bijvoorbeeld. Tegenwoordig heeft het sinterklaasfeest nog maar weinig te maken met het geven van eten aan armen. In plaats daarvan is het uitgegroeid tot een gezellig familiefeest. Maar we kunnen tegenwoordig ook flink overdrijven, met enorme bergen onnodige cadeaus en overdadig eten. Dat is eigenlijk helemaal niet nodig voor een gezellige avond. We geven je tips voor een net zo gezellige, maar duurzame sinterklaas. 

Duurzame cadeaus 

Voor veel mensen (en kinderen) is sinterklaas niet hetzelfde zonder alle cadeautjes. Voor een duurzamer sinterklaasfeest hoef je ook echt niet alle cadeautjes de deur uit te doen, maar er iets bewuster mee omgaan is wel belangrijk. 

De simpelste manier om je sinterklaas al snel een stuk duurzamer te maken, is door alleen cadeautjes te kopen die de ontvanger echt wil. Vaak kopen we een boel kleine cadeautjes, om maar iets te geven te hebben. Die cadeautjes zijn even leuk bij het uitpakken, maar belanden vervolgens ergens in de kast, waar er nooit meer naar omgekeken wordt. Koop in plaats van een heleboel kleine dingen voor iemand één cadeau wat diegene echt wilt. Als je wat eerder begint met cadeautjes kopen, voorkom je dat je last minute plastic troep koopt. 

Tweedehands cadeautjes

In plaats van gloednieuwe cadeautjes geven, kun je ook tweedehands spullen cadeau geven, of zelf cadeautjes maken. Kijk bijvoorbeeld bij een kringloopwinkel of andere tweedehands winkel, op marktplaats, of geef iets van jezelf. Misschien is het leuk om het traditionele sinterklaas dobbelspel een twist te geven door iedereen wat kleine spullen die ze zelf niet gebruiken te laten meenemen. Zo gaat iedereen met iets leuks naar huis, zonder dat er nieuwe spullen zijn gekocht. 

Tijdens je zoektocht naar leuke tweedehands speelgoed, kun je ook een kijkje nemen bij de speelgoed ruilmarkten van Recycle Sint. Recycle Sint wil zoveel mogelijk speelgoed een tweede leven geven op de speelgoed ruilmarkt. Zo hebben je eigen kinderen, en de kinderen van een ander, in één klap een leuk sinterklaascadeautje. Op het moment worden de markten ook online georganiseerd. 

Zelf cadeaus maken

Als je een uniek cadeau wilt geven, kun je er ook voor kiezen om zelf een leuk cadeautje te maken. Hier geven we al een paar voorbeelden van leuke cadeaus. Zo geef je echt iets persoonlijks. Wees natuurlijk wel bewust van de materialen die je gebruikt. Tover bijvoorbeeld spullen die je al hebt liggen om tot iets nieuws. 

Geef een ervaring 

Een ander cadeau wat zeker niet vergeten zal worden, is een ervaring. Dit kan heel simpel zijn, knutsel bijvoorbeeld zelf een bonnetje voor een middagje picknicken, en maak op de dag zelf een goed gevulde picknickmand. Je kunt er ook voor kiezen om een bon te maken voor een avondje uit eten, (zodra de restaurants weer open zijn) bijvoorbeeld bij een leuk duurzaam restaurant. Of ga voor een duurzaam dagje uit. 

Bekijk voor meer duurzame cadeautips ook ons artikel over duurzaam geven, dat we een tijdje geleden schreven. 

Duurzaam inpakken

Een cadeautje geven (en krijgen) is natuurlijk een stuk feestelijker als het als een kunstwerkje is ingepakt. Maar elk jaar rollen inpakpapier inslaan, die vervolgens weer linea recta in de prullenbak belanden is natuurlijk een beetje zonde.

De simpelste manier om duurzamer in te pakken is door simpelweg om je heen te kijken naar materialen die anders in de prullenbak belanden. Zoek een mooie pagina uit in een oud tijdschrift, een krant, of verpakkingen van spullen die je eerder hebt gekocht. Dit ziet er vaak juist geweldig uit! 

Heb je nog een stukje stof liggen? Misschien is inpakken met de Furoshiki techniek dan wat voor jou. Furoshiki is een Japanse inpakdoek. Het staat super leuk, en de doek kan je hierna gewoon hergebruiken. Hoe je met de Furoshiki techniek kunt inpakken, lees je hier.

Surprises

Het in elkaar knutselen van een surprise voor sinterklaas kan ontzettend leuk zijn. Je kunt allerlei materialen gebruiken om het zo gek of mooi mogelijk te maken. Hierbij wat tips om dit ook zo duurzaam mogelijk te doen, geïnspireerd op de tips van het zero waste project.

  • Kies liever karton dan plastic. Kijk bijvoorbeeld bij de supermarkt voor doosjes en ander overgebleven verpakkingsmateriaal. 
  • Gebruik restjes stof in plaats van gekleurd papier. Je hebt vast wel een oud shirt, eenling sok of andere restjes stof.  
  • Maak een eetbare surprise. Bak bijvoorbeeld een taart of cake en snijd hem open om het cadeautje er binnenin te verbergen. Vervolgens kun je de taart weer dichtmaken met (vegan) slagroom of botercrème. Als je er een laagje fondant, icing, marsepein of chocola overheen smeert ziet niemand meer dat de cake open is geweest.  

Zorg daarnaast dat al het verpakkingsmateriaal aan het eind van de avond goed gescheiden wordt, of bewaar nog oké inpakpapier gewoon voor de volgende keer. 

Duurzaam Eten 

Chocola

Chocoladeletters, chocolademunten, chocoladefiguurtjes en ga zo maar door. Sinterklaas en chocola zijn eigenlijk onlosmakelijk aan elkaar verbonden. Waar je bij een normale reep chocola misschien stilstaat bij de herkomst van de cacao en andere bestanddelen, kan je dat bij sinterklaas chocolade natuurlijk niet vergeten. 

Gelukkig hebben de meeste chocoladeletters die op het moment in de supermarkt liggen het UTZ-keurmerk, zelfs de goedkoopste letters hebben dit keurmerk vaak. Helaas controleert dit keurmerk niet alle aspecten en grondstoffen van een chocoladeletter. Zo wordt de cacao in een letter wel gecontroleerd, maar de rietsuiker niet. Als je echt zeker wilt zijn van eerlijke chocolade kun je kiezen voor chocolade die ook fairtrade en biologisch is. 

De bekende toppers van de duurzame chocoladeletters zijn natuurlijk de letters van Tony Chocolony. Hoe de letters van Tony’s gemaakt worden, lees je hier. In de meeste onderzoeken naar duurzaamheid is dit ook de supermarkt letter die het hoogste scoort. 

In 2014 (al wel een tijdje geleden) deed questionmark een onderzoek naar chocoladeletters met een keurmerk. Hieruit bleek dat bij veel chocoladeletters met een keurmerk het helemaal niet duidelijk was waar de chocolade vandaan kwam, en of dit duurzaam was. Wel goed uit deze test kwamen Tony Chocolony en ook Bonvita. Bonvita maakt vegan chocoladeletters met rijstdrink. Ze zijn duidelijk over de herkomst van hun ingrediënten, en hebben een label voor biologische chocolade. De letters hebben geen fairtrade keurmerk. Volgens Bonvita gaat het geld dat bedrijven betalen voor dit keurmerk vooral naar marketing, in plaats van naar de mensen die het nodig hebben. Daarom hebben ze er voor gekozen om geen fairtrade logo op hun producten te zetten, en in plaats daarvan geld te doneren aan Internationaal Kinderzorg project in de Domenicaanse Republiek, waar hun cacao vandaan komt. Daarnaast geven ze natuurlijk wel volgens de fairtraide principes een eerlijke prijs aan hun boeren. Bonvita is o.a. verkrijgbaar bij Ekoplaza en de Jumbo. Het chocolademerk Maitre Mathis (geen chocoladeletters) wat ook onderdeel van Bonvita is ook verkrijgbaar bij de Albert Heijn.  

Een leuke webshop waar ze duurzamere chocolade verkopen is Chocstar. Hier kan je gepersonaliseerde chocolade bestellen, of op laten sturen als cadeau. Een leuk gebaar voor wie er dit jaar misschien niet bij kan zijn op pakjesavond. Nog leuker is dat de chocolade van Chocstar UTZ- gecertificeerd en fairtrade is. Daarnaast werkt Callebaut, de chocolade leverancier van chocostar, samen met de Cocoa Horizons Foundation aan een eerlijke prijs voor cacaoboeren en aan een verantwoorde en duurzame cacaoproductie

Pepernoten en kruidnoten

Naast chocolade, kunnen pepernoten ook echt niet ontbreken op pakjesavond. Of kruidnoten, laten we aan die discussie maar niet beginnen. Wij vinden ze allebei heerlijk. Waar een groot deel van de chocoladeletters een duurzaamheidslabel heeft, is maar een klein deel van de pepernoten gecertificeerd. Wel heeft bijna elke supermarkt een bio variant van de normale kruidnoten en pepernoten. 

Normale kruidnoten zijn bijna altijd veganistisch, maar bevatten wel vaak palmolie. Bij palmolie is de kans groot dat de grondstoffen niet op een duurzame manier verbouwd worden, en er bijvoorbeeld regenwoud voor gekapt is. Daarover schreven we hier. 

Kruidnoten zonder palmolie zijn bijvoorbeeld van de Jumbo (niet veganistisch). De bakkers pepernoten van de Albert Heijn zijn wel vegan, en bevatten ook geen palmolie. Als je vegan kruidnoten wilt zonder palmolie, kun je die natuurlijk ook zelf maken. Bijvoorbeeld met dit recept. 

Zoek je pepernoten zonder verpakking? Want laten we eerlijk wezen, zonder plastic smaakt het natuurlijk nog beter 😉 Zoek dan een bulkwinkel bij jou in de buurt , vraag aan je bakker of je de pepernoten in een eigen zakje mag doen, of als je al klant bent bij Pieter Pot, dan kun je daar ook terecht voor verpakkingsvrije pepernoten (zij hebben helaas wel een wachtlijst voor nieuwe klanten, dus nog even geduld, als je dat nog niet bent).

Een duurzame sinterklaas is dus echt niet zo moeilijk. Door wat extra op te letten, duurzame cadeautjes te kopen, bewust in te pakken en wat van het eerlijke snoepgoed hierboven in te slaan, heb je het zo voor elkaar. Daar wordt het zeker niet minder gezellig van!

Wilde dieren in het circus en de dierentuin

Geschreven in november 2020


Klooker zorgt dat jij lekker kunt leven, genieten èn tegelijkertijd bewust kunt kiezen. Alles is écht verantwoord, van topkwaliteit en betaalbaar.

Sinds 2015 is het in Nederland verboden om wilde zoogdieren te gebruiken in een circus of ander optreden, en om ze hiervoor te vervoeren.  Onder wilde zoogdieren vallen alle van nature in het wild levende soorten, ook al zijn ze in gevangenschap geboren (met een paar uitzonderingen). Deze dieren mogen alleen nog meedoen in films of optredens als ze hun natuurlijke gedrag laten zien. Dit betekent bijvoorbeeld geen olifanten of leeuwen meer in het circus, geen optredens van wilde dieren in pretparken, en geen wilde dieren die meelopen met optochten.

Maar in dierentuinen mogen wilde dieren wel vastzitten. Afgelopen week werden in dierenpark Amersfoort twee chimpansees doodgeschoten nadat ze ontsnapt waren uit hun verblijf. Daardoor laaide de discussie weer op. Zijn dierentuinen nog wel van deze tijd? Wat maakt dit eigenlijk beter dan wilde dieren in het circus? We zochten uit waarom wilde zoogdieren in het circus verboden zijn, en wat de situatie rondom wilde dieren in de dierentuin anders maakt.

Problemen bij Circusdieren

Het houden, vervoeren en optreden met wilde circusdieren mag dus niet meer in Nederland. Er zijn nog steeds veel voor- en tegenstanders van dit verbod. De voornaamste reden voor het verbod is dat circussen veel rondreizen, en dieren steeds in transport moeten. Dat is geen goede leefomgeving voor een wild dier. Op de Universiteit van Wageningen hebben ze onderzoek gedaan naar de leefomgeving van circusdieren. Daar bleek dat circusdieren over het algemeen goed verzorgd worden, maar tijdens de transport moesten ze vaak tot 8 uur dicht op elkaar staan zonder goede ventilatie, water of mogelijkheid om te liggen. Daarna moesten ze in diezelfde wagen blijven wachten tot hun verblijf was opgebouwd.

wilde dieren zijn sinds 2015 niet meer toegestaan in een circus

Vooral bij Olifanten bleek uit het onderzoek dat ze ongelukkig werden van hun verblijf bij het circus. Het is moeilijk is om een makkelijk op te bouwen kooi te maken, die stevig genoeg is voor een olifant. Daarom worden olifanten vaak continue vastgeketend, hierdoor raakten ze verveeld en gefrustreerd.  

Er is besloten dat de nadelen voor de wilde zoogdieren niet opwegen tegen het vermaak van publiek. Daarom zijn wilde zoogdieren in het circus verboden.

Tegenstanders van het verbod geven vooral aan dat de situatie van wilde circusdieren niet slechter is dan de situatie waarin veel veedieren in Nederland leven. Ze geven aan dat circusdieren vaak hun hele leven bij een circus zijn geweest en dus niet anders weten.

Dierentuindieren

Veel circusdieren werden na het verbod op circusdieren opgenomen in dierentuinen. Maar waarom is dit beter dan in het circus?

Dierenwelzijn in dierentuinen

In dierentuinen in Nederland hebben wilde zoogdieren over het algemeen een stuk groter verblijf dan in een circus, hoeven ze niet zoveel te reizen, en zitten ze samen met soortgenoten. En natuurlijk hoeven ze geen kunstjes te doen. Maar zijn wilde dieren nou gelukkig in een dierentuin?

Een aapje achter een hek in een dierentuin of circus

Het is moeilijk vast te stellen wanneer dieren gelukkig zijn. Dat kunnen ze je natuurlijk niet vertellen. Maar onderzoekers gebruiken stereotiep gedrag, zoals ijsberen, problemen met voortplanten of voortijdig sterven als indicatoren dat dieren niet gelukkig zijn. Vooral bij ijsberen, olifanten, giraffen en mensapen blijkt dat ze moeilijk te houden zijn, hun leefomgeving moeilijk na te bootsen is, ze zich snel vervelen en daardoor vaak afwijkend gedrag vertonen.

Dierentuinen educatief gebruikt

Een reden dat dieren nog wel in dierentuinen mogen worden gehouden is omdat bezoekers, zo wordt gezegd, iets kunnen leren over de dieren en hun natuurlijke gedrag en leefomgeving. Hier is echter veel kritiek op, aangezien het nog maar de vraag is of bezoekers ook daadwerkelijk iets opsteken van hun dierentuinbezoek. Zien ze het niet gewoon als een dagje pretpark?

In 2014 deed de World Association of Zoos and Aquariums (WAZA) grootschalig onderzoek naar hoeveel men eigenlijk opsteekt in een dierentuin. Voor hun bezoek aan een dierentuin gaf 30 procent van de deelnemers aan niet te weten wat biodiversiteit betekent. Na hun bezoek was dat aantal gezakt tot 25 procent. Daarnaast scoorden deelnemers op 2 kennistesten gemiddeld 3,1 op 10 en 5,4 op 10 voor hun bezoek en 3,6 en 5,7 op 10 erna. Daaruit zou je kunnen concluderen dat men wel degelijk wat opsteekt van een bezoek aan de dierentuin, maar je zou ook kunnen zeggen dat het misschien niet voldoende is om er dieren voor in gevangenschap te houden.

Naast dat bezoekers wat kunnen opsteken in dierentuinen, zijn ze ook een plek waar veel onderzoek wordt gedaan door wetenschappers. Dit gebeurt zowel op het gebied van gedragsbiologie als diergeneeskunde.

Dierentuinen voor soortenbehoud

Dierentuinen die zijn aangesloten bij de World Association of Zoos and Aquariums (WAZA) nemen deel aan kweekprogramma’s. Door stamboeken bij te houden, en te zorgen voor genetische diversiteit bij de dierentuinbevolking moeten dierentuinen dienen als een soort van Arc van Noach. Bedreigde soorten zouden zo geholpen kunnen worden. Met het idee dat sommige dieren op een gegeven moment terug geplaatst kunnen worden in hun natuurlijke leefomgeving. Een voorbeeld is het gouden leeuwaapje, dat in de jaren zestig met uitsterven werd bedreigd. Dankzij fokprogramma’s leven er nu weer ruim duizend gouden leeuwaapjes in Brazilië.

Het gouden leeuwaapje werd met uitsterven bedreigd, maar dankzij fokprogramma's in dierentuinen zijn er weer ruim duizend

Er is ook veel kritiek op de kweekprogramma’s in dierentuinen. Het geld wat in kweekprogramma’s en verblijf in dierentuinen wordt gestopt zou namelijk beter gebruikt kunnen worden voor het beschermen van stukken natuur. Veel soorten sterven uit omdat hun natuurlijke leefomgeving verdwijnt. Dan heeft het ook geen zin om ze terug te plaatsen in de natuur.

Dierentuin als cash koe

Dierentuinen en aquaria zijn wereldwijd de op twee na grootste donateur aan natuurbehoud. Door een aantal dieren in gevangenschap te houden, harken ze geld binnen om andere dieren in het wild te beschermen. Natuurlijk gaat niet al het geld dat je betaalt voor je dierentuinticket direct naar natuurbehoud. Nadat alle kosten van het houden van dieren en allerlei andere kosten van de dierentuin zijn afgetrokken, blijft er namelijk maar een klein deel over. Dierentuinen brengen dus wel degelijk geld binnen voor natuurbehoud, ook van mensen die alleen een dagje uit willen. Maar als je zelf wilt bijdragen aan natuurbehoud, kun je beter direct geld doneren.

Dolfinarium

De laatste jaren is er in Nederland vooral veel kritiek op het dolfinarium in Harderwijk. Het dolfinarium zou meer een circus zijn dan dierentuin, zonder educatieve boodschap. Het gedrag van dolfijnen tijdens een dolfijnenshow heeft namelijk niks te maken met hoe ze zich gedragen in het wild.

dolfijnen in het dolfinarium

Nadat het Dolfinarium zijn lidmaatschap van de de Nederlandse Vereniging van Dierentuinen (NVD) opzij, kregen ze vorig jaar een inspectie. Daaruit bleek dat de acht dolfijnen die meespelen in de dolfijnenshow permanent binnen verblijven. Daarnaast moesten ze optreden in een show met veel licht en geluid, dit kan schadelijke effecten hebben op zeezoogdieren met een sonar.

Na dit rapport wordt er door verschillende partijen aangedrongen op het sluiten van het dolfinarium. Het park zal in ieder geval flink zijn leven moeten beteren. Het techbedrijf Edge Innovations heeft een levensechte robotdolfijn ontwikkeld die de echte dolfijnen in aquaria zou kunnen vervangen. Misschien een optie voor de shows in het dolfinarium?

Catch-22

Dierentuinen bevinden zich ook in een eeuwige spagaat: De dieren in een dierentuin zoveel mogelijk ruimte geven, en hun natuurlijke leefomgeving nabootsen, terwijl ze tegelijkertijd goed bekeken moeten kunnen worden door het publiek. Wildlands (voorheen Emmen Zoo), loopt hier op dit moment ook tegen aan. Na het groots uitpakken van het nieuwe park, inclusief schuilplekjes voor dieren om zich terug te trekken, kwam de kritiek dat er zo weinig dieren te zien zijn. Mensen moeten wat meer geduld hebben in het park. Maar dat is soms teveel gevraagd van de dagjes bezoeker die alle dieren in één dag wilt aftikken. Het dierenwelzijn voorop zetten, brengt helaas niet genoeg geld in het laatje.

Het houden van wilde dieren in dierentuinen is naast entertainen van gasten, dus zeker voor een aantal andere dingen goed. Maar er is ook veel terechte kritiek op. Wil je je kinderen (of jezelf) kennis laten maken met wilde dieren? Kijk dan liever natuurdocumentaires, dan naar de dierentuin te gaan. Bekijk bijvoorbeeld ‘A life on Our Planet’, ‘Océans’ of ‘Terra’ op Netflix. Ook kun je een bezoek maken aan andere dierenvrije educatieve plekken zoals Natuurhistorisch museum Naturalis. Als je natuurbehoud wilt steunen, kun je dat beter direct doen, dan via een ticket voor de zoo. En wil je dan toch naar de dierentuin? Of vind je het moeilijk je kinderen ‘nee’ te verkopen? Zoek dan in ieder geval een dierentuin uit die aangesloten zit bij de NVD en de Green Key gecertificeerd is, en probeer iets mee te pikken van het educatieve aanbod. Blijf je kinderen, en jezelf, herinneren aan het feit dat de dieren die je bekijkt niet in hun natuurlijke habitat zitten.

Alternatieve textielbewerking


Klooker zorgt dat jij lekker kunt leven, genieten èn tegelijkertijd bewust kunt kiezen. Alles is écht verantwoord, van topkwaliteit en betaalbaar.

Geschreven in oktober 2020

Tegenwoordig wordt er steeds meer stilgestaan bij het duurzaam produceren van kleding. Dat de kledingindustrie vervuilend is, dat weten we ondertussen namelijk wel. We schreven hier al eerder over duurzame materialen voor kleding, zo kan kleding bijvoorbeeld gemaakt worden van bamboe, hennep, ananas en soja. Maar bij zowel duurzaam geproduceerde, en minder duurzaam geproduceerde textiel willen consumenten en ontwerpers wel graag in een mooi kleurtje hebben. Helaas is het verven van textiel een van de meest vervuilende processen ter wereld. 

Al generaties lang wordt textiel op dezelfde manier geverfd: pigment wordt in een bak water opgelost met behulp van chemische stoffen. Deze Chemische stoffen worden dagelijks geloosd in de natuur. Vooral bij donkere kleding is de kans groot dat zware chemicaliën zijn gebruikt in het verfproces. Ook wordt ontzettend veel water en energie gebruikt om textiel op deze manier een mooie stralende kleur te krijgen. Zo’n 30 procent van het energieverbruik in de levenscyclus van een kledingstuk komt van het verfproces. Gelukkig zijn er steeds meer manieren om wel dat knalroze jurkje te krijgen, maar dan met een stuk minder negatieve milieueffecten. Zo is er een techniek waarbij kleding geverfd wordt met CO2 in plaats van water, en kan kleding kleur krijgen door bepaalde bacteriën te gebruiken. Daarnaast zijn er ook andere natuurlijke, niet chemische kleurstoffen die een flink verschil maken. 

Co2

Het klinkt bijna te mooi om waar te zijn, textiel verven met CO2. Toch verven Nike en Adidas hun stoffen al met CO2 als vervanging van water en chemicaliën.

verven met CO2

Het Nederlandse bedrijf DyeCoo vervangt water door CO2, door de CO2 onder hoge druk een vorm te geven die tussen vloeibaar en gas in zit. In deze vorm kan de CO2 de verf opnemen zonder dat er chemicaliën nodig zijn. Vervolgens worden de CO2 met verf en de textiel samen in grote metalen cilinders geperst. Als het verven klaar is kan de CO2 gewoon uit de cilinder worden gepompt en op worden geslagen voor hergebruik.

De hoeveelheid CO2 die hiervoor uit de atmosfeer wordt gehaald is verwaarloosbaar klein, deze techniek is vooral een stuk duurzamer omdat er de helft minder energie wordt gebruikt ten opzichte van normaal verven. Daarnaast zijn er minder verfstoffen, chemicaliën en helemaal geen water nodig. Er komt dus ook geen vervuild afvalwater vrij.

Verven met bacteriën

Op het moment is er ook veel onderzoek naar het verven met bacteriën. De natuurlijke pigmenten in bacteriën kunnen namelijk voor prachtige kleuren zorgen. Daarnaast zijn de pigmenten biologisch afbreekbaar en vriendelijk voor mens, dier en milieu. Ook kunnen de kleurstoffen van bacteriën ervoor zorgen dat de stof antioxidant, antibiotisch en antibacterieel is.

natuurlijk verven met bacteriën

Bij het project genaamd Living Colour doen ze onderzoek naar verven met bacteriën. Ze werken voornamelijk met drie soorten bacteriën. De Janthinobacterium Lividum, maakt paarse pgimenten. De Arthrobacter agilis-bacterie zorgde voor een rozerood-achtige kleur en de Micrococcus luteus vormde een geel pigment. Maar die kleuren kunnen ze ook mengen.

Naast onderzoek naar de kleur van pigmenten in bacteriën doen ze bij Living Colour ook onderzoek naar de reactie van bacteriën en hun kleuren op geluid. Dit heet Cymatica onderzoek. Van bepaalde geluiden werden de geverfde kleuren namelijk veel feller en intenser.

Airdye 

airdye

Airdye is een verftechniek die eigenlijk lijkt op op het printen van papier. Met druk en hitte drukt een printplaat een vooraf gemaakt ontwerp direct op de kleding. Volgens de onderzoekers wordt een verfmolecuul aan een stofvezel molecuul gehecht. Daardoor is de kleur intenser en blijft deze langer zitten.

Volgens het Amerikaanse bedrijf bespaart dit niet alleen 100 procent water, maar ook 95 procent chemicaliën en gebruikt het proces 75 procent minder energie.

Het grootste nadeel van zowel Airdye als verven met CO2 is de hoge prijs van de verfmachines. Voordat deze technieken groots opgepakt kunnen worden zullen deze prijzen flink omlaag moeten gaan.

Natuurlijke verf

Er zijn ook een boel kledingmerken die verven met natuurlijke kleurstoffen. Dat scheelt een boel chemicaliën in het afvalwater. Vaak wordt er bij het natuurlijk verven van textiel alsnog veel water en energie gebruikt. Maar het is in ieder geval een stuk beter dan de normale verftechnieken met chemicaliën. Het nadeel van natuurlijke kleurstoffen is dat de kleuren wat gelimiteerder zijn dan bij chemische kleurstoffen, en dat er vaak alsnog chemische stoffen nodig zijn om de kleuren fel en langdurig te maken. Omdat dit proces erg duur is, wordt vaak toch voor de synthetische kleurstoffen gekozen.

The Garland Stories

The Garland Stories is een ‘one-woman shop’ en ontstaan vanuit een liefde voor kleur, natuurlijke materialen en duurzaamheid.

De producten van The Garland Stories zijn:

  • handgemaakt 
  • one of a kind 
  • gemaakt om lang mee te gaan
  • Gemaakt van duurzame materialen
  • Vegan

Bij The Garland Stories hebben ze nu scrunchies en oorbellen geverfd met natuurlijke pigmenten en natuurlijke materialen (zoals avocado pitten, en uienschillen). Dit zorgt voor mooie natuurlijke kleuren en patronen.

Duurzaamheid bij pretparken


Klooker zorgt dat jij lekker kunt leven, genieten èn tegelijkertijd bewust kunt kiezen. Alles is écht verantwoord, van topkwaliteit en betaalbaar.

Geschreven in oktober 2020

Het is weer bijna herfstvakantie. Aangezien de meesten van ons hoogstwaarschijnlijk in Nederland zullen blijven, is een dagje uit in eigen land natuurlijk altijd leuk. De meeste pretparken in Nederland zijn, dan wel met maatregelen, gewoon open. 

Er zijn 42 attractieparken in Nederland. Dat zo’n attractiepark met grote, elektriciteit slurpende attracties met zoveel mogelijk toeters en bellen, een heleboel afval en mensen die van heinde en verre met de auto komen, niet zo milieuvriendelijk is. Dat kan iedereen wel bedenken. Maar gelukkig houden een aantal pretparken in Nederland zich steeds meer bezig met duurzaamheid. We zetten er een paar in de spotlights. 

Efteling 

De Efteling is veruit het grootste pretpark in Nederland, met normaalgesproken zo’n 5 miljoen bezoekers per jaar. Zeker bij zo’n grote organisatie kunnen ze het zich natuurlijk niet veroorloven om helemaal niks met duurzaamheid te doen. De efteling is dan ook het enige pretpark met een aparte pagina over duurzaamheid op de website. En daar staan flink wat maatregelen op. Zo wordt maximaal 11% van het gebied waarop de efteling staat bebouwd, om zo plek te houden voor natuur. Ook gebruiken ze waar mogelijk ‘Klaverwater’, gezuiverd huishoudelijk afvalwater uit Kaatsheuvel, in plaats van normaal kraanwater. Ook koopt het pretpark 100% Europese windstroom in. 

Daarnaast doet de Efteling aan klimaatregeling door middel van de warmte-koud opslag (WKO) in de attractie Vogel Rok, het Efteling Hotel, Bosrijk en het kantoorgebouw Raveleijn. Het grondwater circuleert in een gesloten systeem door de gebouwen en wordt daarna weer teruggepompt in de bodem, wat energiebesparend is. 

Binnen de Efteling wordt met elektrische voertuigen gereden, wordt er vooral LED-verlichting gebruikt, en bij bouw- en onderhoudswerkzaamheden worden zoveel mogelijk duurzame materialen gebruikt. 

Bij de Efteling hebben ze de ambitie om in 2030 klimaatneutraal te zijn, maar daarvoor hebben ze nog wel een flinke weg te gaan, zeker omdat de Efteling op het moment aan het uitbreiden is. 

De Waarbeek

De Waarbeek in Hengelo was al in 2015 het enige pretpark dat ging draaien op 100% Duurzame energie. Namelijk wind- en zonne-energie. Daaree wordt de uitstoot van meer dan 190.000 kilo CO2 bespaard. Daarnaast werken er in het park veel mensen met afstand tot de arbeidsmarkt, en zijn ze overgestapt naar LED- verlichting.

Plopsaland

Bij het gezellige Plopsaland, onder anderen in Coevoorden, staan ze ook niet stil als het om duurzaamheid gaat. Ze werken samen met Eneco aan zonnepanelen. Daarnaast hebben ze een installatie om water te zuiveren, en te hergebruiken e een WKK- installatie, waarbij de warmte die vrijkomt bij het opwekken van energie ook weer gebruikt wordt in het park. Ook maken ze in het park gebruik van het Duitse ‘pfandsysteem’ op flesjes en blikjes. Je betaald 25 cent statiegeld op je flesjes en blikjes, zodat die goed gescheiden kunnen worden.

Archeon

Bij een pretpark denk je misschien niet meteen aan het Archeon, maar het geschiedenis themapark Archeon is het enige pretpark met een Green Key keurmerk. Dit is een keurmerk voor duurzame bedrijven in de recreatie- en vrijetijdsbranche. Om aan dit keurmerk te komen hebben ze bij het Archeon onder andere een parkeerterrein overdekt met zonnepanelen, waar van de parkeertickets de opbrengst naar Trees For All gaat, om de CO2 van je autorit te compenseren. Daarnaast doet het Archeon mee aan een project om de bijenpopulatie te vermeerderen, gaan ze voedselverspilling tegen in de horeca, en nog veel meer.

Toverland

Ook bij het magische toverland in Limburg staan ze stil bij de natuur. Bij het attractiepark zetten ze zich in om een fijn thuis te zijn voor bijen, door bepaalde soorten planten te planten. Sowieso staat de biodiversiteit van het landschap centraal bij toverland. Zo zijn de bestrijdingsmiddelen en kunstmest biologisch en wordt afvalwater op het terrein gezuiverd met helofytenfilters.

Zelf duurzaam zijn 

Naast een duurzaam pretpark uitkiezen, heb je zelf ook veel invloed op hoe duurzaam je dagje uit is. Als je je er comfortabel bij voelt, is het natuurlijk duurzamer om met het OV te gaan, ipv met de auto. Neem daarnaast bijvoorbeeld hervulbare waterfles mee, en een trommeltje met wat snacks. Dat scheelt geld en verpakkingsmateriaal. 

Als je je op het moment niet zo comfortabel voelt bij reizen met het OV, maar toch op een duurzame manier een dagje uit wilt gaan, kun je ook denken aan het huren van een Elektrische auto.

MyWheels

MyWheels wil met autodelen het aantal auto’s in Nederland terugdringen van 9 miljoen naar 1 miljoen in 2030. Hiermee willen ze bijdragen aan een lagere CO2-uitstoot. Wie via MyWheels een deelauto huurt, betaalt daarvoor een eerlijke
prijs. MyWheels streeft namelijk niet naar winstmaximalisatie, maar wil een
bijdrage leveren aan:

  • minder CO2-uitstoot
  • leefbare buurten
  • sociale verbondenheid

Op het moment is 40% van de deelauto’s van MyWheels elektrisch, en dit aandeel groeit. De deelauto’s open je met je smartphone of chipkaart, super makkelijk!

Duurzaam auto rijden

Geschreven in september 2020


Klooker zorgt dat jij lekker kunt leven, genieten èn tegelijkertijd bewust kunt kiezen. Alles is écht verantwoord, van topkwaliteit en betaalbaar.

Het aantal personenauto’s in Nederland blijft maar stijgen. Op het moment zijn het er ruim 8,5 miljoen. Dat auto rijden niet de meest duurzame manier is om van A naar B te komen, dat weten we ondertussen al wel. Maar de auto wordt sinds de pandemie wel vaker gebruikt, omdat het op het moment de manier van reizen is met de minste kans op besmetting. Maar laten we, als we het dan toch doen, ons best doen om zo duurzaam mogelijk auto te rijden.

Duurzamer rijden in je huidige auto

Als je al een auto voor de deur hebt staan, hoef je die niet gelijk in te gaan ruilen voor een elektrische-, of waterstofvariant. Door je huidige auto goed te onderhouden, en door op een zuinige manier te rijden kun je ook al een verschil maken.

Goed onderhoud

Een van de belangrijkste factoren in het brandstofgebruik van je auto, is simpelweg hoe goed de auto onderhouden is. Het is vast niet de eerste keer dat je het hoort, maar de juiste banden met juiste bandenspanning kunnen een flink verschil maken. Pomp je banden elke twee maanden op, en wissel op tijd tussen zomer en winterbanden.

Zorg er verder voor dat je auto goed onderhouden is. Kleine dingen kunnen al zorgen voor een groot verschil als het aankomt op brandstofgebruik. Zo verminderd verse olie de interne wrijving in je motor. Ook het vervangen van de luchtfilter in je auto kan een flink verschil maken, dat zelfs kan oplopen tot 50%.

Zuinig rijden

Hoe, waar en wanneer je rijdt maakt ook een flink verschil in het brandstofgebruik, en dus ook de milieubelasting van je autorit. Over het algemeen geldt dat je beter een constante snelheid kunt rijden, en dus het liefste zo min mogelijk moet remmen en gas geven. Voorkom daarom filerijden (dat scheelt ook nog eens tijd) en rij liever om het centrum dan er doorheen.

Verder scheelt het brandstof als je zo snel mogelijk naar een hogere versnelling schakelt, en kun je beter 100 rijden dan 130.

Extra opties in je auto kunnen ook voor extra brandstofgebruik zorgen. Bijvoorbeeld de airco. Zet de airco vooral niet te koud. Als het erg warm is in de auto kun je eerst even de ramen open zetten en wat frisse lucht de auto in laten, dan hoeft de airco wat minder hard te werken. Op de snelweg kun je weer beter je ramen dicht houden, dat scheelt een boel weerstand. Ook andere accessoires die uitsteken aan je auto kun je beter weghalen als je ze niet gebruikt. Denk bijvoorbeeld aan een dak koffer of fietsendrager.

Nieuwe vs. oude auto

Een vraag die we vaak langs zien komen is; ‘Wat is nou eigenlijk duurzamer, een oude auto oprijden, of een nieuwe schonere auto kopen? ‘

Helaas is het niet zo makkelijk om een eenduidig antwoord te geven op deze vraag. De productiekosten van een nieuwe auto moeten namelijk opwegen tegen het verschil in duurzaamheid tijdens het gebruik van de auto. Als je nu in een oude veel te grote dieselbus rijdt en deze wilt vervangen door een kleine elektrische auto, dan is het verschil in duurzaamheid tijdens het gebruik van de auto zo groot dat de productiekosten snel gecompenseerd zijn. Wil je een benzineauto vervangen door een iets zuinigere benzineauto, dan weegt het vaak niet op tegen de productiekosten.

Je zou ook kunnen zeggen dat autobezit werkt als een treintje: als er aan de voorkant een nieuwe bij komt, valt er aan de achterkant een oude, viezere auto af. Dan wordt de keten dus altijd groener als je een duurzame auto koopt, ook al is deze maar een beetje groener. Maar hoe sneller een treintje vernieuwd, hoe hoger de productiekosten (en dus grondstof verbruik) zijn die zorgen voor die vernieuwing. En helaas komen er in Nederland nog steeds alleen maar meer auto’s bij, en valt er niet voor elke auto die erbij komt een auto af. Maar op den duur zullen de oudere en meest vervuilende auto’s wel als eerste afvallen.

Zorg er als je een nieuwe auto gaat kopen in ieder geval voor dat deze zo duurzaam mogelijk is;

  • Kies een niet te grote auto, kleinere auto’s zijn vaak duurzamer. Af en toe een grote auto huren – naast een eigen kleine auto – kan voordeliger zijn, en is duurzamer dan dagelijks rondrijden in een grote wagen.
  •  Kies binnen je grootteklasse een model met energielabel A
  • Ga je voor tweedehands? Kies liever een auto van na 2005, die vervuilen veel minder
  • Maak je weinig kilometers? Vaak is een auto huren of delen een stuk voordeliger dan kopen.
  • Kies je brandstof bewust
  • Kijk of je je auto wilt delen met anderen, op platforms zoals Snappcar.

Welke brandstof

Als je dan toch besluit om een nieuwe auto te kopen, is het een goed moment om na te denken over het soort brandstof waar je op wilt rijden. Het is lastig om één soort brandstof als duurzaamste brandstof aan te wijzen. Een elektrische auto is misschien duurzamer in gebruik. Maar hoe zit het met de productie en het weggooien van de accu’s? En de stroom in elektrische auto’s is vaak ook niet duurzaam. Het is allemaal niet 1 op 1 duidelijk. We zetten kort de voor en nadelen van verschillende ‘groene brandstofsoorten’ voor je op een rijtje, dan kun jij je eigen keuze hierin maken.

Elektrisch

Op het moment lijkt het alsof elektrische auto’s het voortouw nemen als het gaat om duurzaam rijden. Het klopt dat elektrische auto’s geen uitlaat hebben waar schadelijke afvalstoffen uitkomen, toch zijn ook elektrische auto’s niet klimaatneutraal.

Een elektrische auto heeft geen directe uitstoot. De energie die gebruikt wordt om te rijden wordt, in plaats van in de motor van de auto, ergens anders opgewekt. Als dit niet duurzaam gebeurt, is het rijden in een elektrische auto ook een stuk minder duurzaam. Daarnaast zorgt ook de accuproductie bij een elektrische auto voor uitstoot. Wel blijkt uit diverse studies dat de elektrische auto over de gehele levensduur schoner is dan een brandstofauto. En als er in Nederland meer groene stroom uit het stopcontact komt, dus als de energiemix in Nederland steeds duurzamer wordt, wordt het rijden in elektrische auto’s ook vanzelf een stukje duurzamer.

Waterstof

In Nederland rijden op het moment zo’n 200 personenauto’s op waterstof rond. Een waterstofauto wordt aangedreven door een elektromotor. Een brandstofcel zet waterstof en zuurstof tijdens het rijden om in elektriciteit. Hierbij komen geen broeikasgassen vrij. Het enige afvalproduct is zuiver water. Wat op het moment wel tricky is aan het rijden op waterstof is de productie ervan. Op het moment wordt voor die productie aardgas gebruikt, en wordt er veel CO2 uitgestoten.  Het duurt nog zeker tot 2030 voordat we duurzame waterstof op grote schaal kunnen maken en gebruiken. 

Aardgas en Groen Gas

Aardgas (ook CNG genoemd) en Groen Gas kunnen allebei in dezelfde installatie worden gebruikt. CNG is een fossiele brandstof. Maar Groen Gas wordt gewonnen uit de vergisting van biomassa en is hernieuwbaar. Het kan ook worden gemaakt met behulp van zonne- en windenergie en CO2. Bij het gebruik van Groen Gas is de CO2-uitstoot 72 procent lager dan bij benzine. Daarnaast is het ook een stuk goedkoper dan benzine of diesel, omdat er geen accijns op zit. Op de meeste plekken waar je CNG kunt tanken, kun je ook kiezen voor Groen Gas. Dit kan bij meer dan 160 tankstations in Nederland. Als Groen Gas van biomassa wordt gemaakt gelden er alleen helaas wel dezelfde nadelen als bij biobrandstof (zie hieronder).

Biobrandstof

Of biobrandstof, zoals biogas (de grondstof voor Groen Gas) thuishoort in een rijtje met ‘groene brandstoffen’ staat soms ter discussie. Biobrandstof wordt gemaakt van gewassen zoals bijvoorbeeld suikerriet,  palmolie en koolzaad. Het idee hierachter is dat er een kringloop ontstaat en je dus klimaatneutraal rijdt. De gewassen nemen als ze groeien namelijk CO2 op, die bij verbranding weer terug in de atmosfeer komt.

Een klein percentage biobrandstof wordt bijgemengd in de benzine (5%) of diesel (7, 10 of 100%) die je gewoon aan de pomp tankt.

Het grootste probleem met biobrandstoffen is de hoeveelheid land die nodig is. Als er regenwoud gekapt wordt voor het verbouwen van biobrandstoffen, of als het concurreert met de voedselproductie, dan is dat ook niet bepaald duurzaam te noemen. Soms worden afvalstomen gebruikt voor biomassa. Dan gaat dit natuurlijk niet op. Maar helaas is het gebruiken van afval op een grote schaal lastig.

Duurzaam autorijden is dus nog niet zo simpel. Duurzame brandstofsoorten hebben allemaal voor en nadelen. Daarnaast is het soms ook duurzamer om in een oude auto door te blijven rijden in plaats van een gloednieuwe. Het beste om te doen is je auto delen, zodat we met minder auto’s kunnen leven in Nederland, en er minder geproduceerd hoeft te worden voor nieuwe auto’s.